Psychotherapie-BRUG
Vertrouwelijke, onafhankelijke en vrijwillige hulpverlening
Alle contacten zijn steeds op vrijwillige basis en kunnen niet als gerechtelijke voorwaarde worden voorgesteld of opgelegd. Er worden geen attesten afgeleverd aan advocaten, de psychosociale dienst van de gevangenis (PSD) of de strafuitvoeringsrechtbank (SURB).
De hulpverleners van Psychotherapie-BRUG zijn gebonden aan het (medisch) beroepsgeheim. De inhoud van de gesprekken is strikt vertrouwelijk: er wordt geen informatie doorgegeven aan of uitgewisseld met directie, PSD of penitentiair personeel van de gevangenis. Met de PSD kan geen inhoudelijk zorgoverleg plaatsvinden omdat ze een andere finaliteit hebben (adviesverlening aan justitie). Psychotherapie-BRUG tracht door middel van goede afspraken en mits het respecteren van het beroepsgeheim, te komen tot een voor beide partijen zinvolle samenwerking.
Na uitdrukkelijke toestemming van de cliënt en indien het therapeutisch zinvol is, kan Psychotherapie-BRUG cliëntgebonden overleg houden met andere diensten of informatie delen met familie (afhankelijk van wat de regelgeving omtrent het beroepsgeheim toelaat).
Noodsituaties vormen een uitzondering de geheimhouding: bv. acute suïcidedreiging waarbij de betrokkene direct in gevaar is.
De regelmaat van de gesprekken wordt in overleg vastgelegd. Afhankelijk van de hulpvraag kan dit variëren. Deze gesprekken zijn kosteloos.
Kwaliteitsvolle hulpverlening
Psychotherapie-BRUG stelt kritische vragen ten aanzien van haar eigen werking: Wanneer is een aanbod geestelijke gezondheidszorg zinvol in de gevangenis? En hoe kan voldoende kwaliteit geboden worden? Twee vragen die niet eenvoudig te beantwoorden zijn.
Elk aanbod wordt getoetst aan het volgende basisprincipe: Psychotherapie-BRUG brengt het reguliere CGG-aanbod in de gevangenis vanuit het recht van iedere persoon in detentie op geestelijke gezondheidszorg.
Onderstaande werkingsprincipes maken deel uit van een zinvol en kwalitatief aanbod.
Vraaggestuurd
Het aanbod wordt inhoudelijk bepaald door de cliëntvragen en vertrekt van de noden die de persoon in detentie tijdens zijn verblijf ervaart. Uit ervaring en uit onderzoek blijkt dat heel wat hulpvragen betrekking hebben op detentiebeleving. Daarnaast handelen geestelijke gezondheidsvragen bijvoorbeeld over omgaan met frustraties, toekomst, familie, herstel, suïcidale gedachten, depressieve klachten, hervalpreventie…
Niet-delictgericht
Mensen die in de gevangenis verblijven worden verdacht van, zijn veroordeeld voor of hebben een interneringsmaatregel omwille van strafbare feiten. Begeleiding hoeft niet gericht te zijn op deze feiten als er geen vraag naar is. Er zijn geen dossiergegevens nodig en deze worden ook niet opgevraagd. Psychotherapie-BRUG staat echter wel open voor forensische vragen van de persoon in detentie zelf. Werken omtrent hervalpreventie, herstel en rehabilitatie kunnen deel uitmaken van het traject.
Ik ben ↔ ik wil
In de praktijk stelt Psychotherapie-BRUG vast dat de cliëntvragen in twee categorieën ondergebracht kunnen worden. De eerste vertrekt van het gevoel in de huidige situatie. Meestal gaat het om lastige gevoelens en wordt dit benoemd als een ‘ik ben’-vraag. Er wordt niet meer verwacht dan het kunnen bespreken van de situatie en eventueel de bijhorende gevoelens. De vraag is om gehoord en ondersteund te worden.
Dit onderscheidt zich van de ‘ik wil’-vraag. Dan is er een actievere en meer klassieke hulpvraag: aan de slag gaan met moeilijke gedachten, levensvragen, familiale situaties… Er is een bereidheid om verder/dieper na te denken en een vraag naar Psychotherapie-BRUG dat handvaten worden aangereikt om aan de slag te gaan. De hulpverlening is dan toekomstgericht: “Wat wil je veranderen?”.
Bevattelijk/containment
Zinvol en kwalitatief gesprekken aanbieden, betekent inschatten of bepaalde thema’s en problemen wel kunnen besproken worden. Wat als iemand inzicht verwerft doorheen de sessie en daardoor in een golf van emoties terecht komt? Is het dan wel gepast om zomaar terug naar de cel te gaan? Naast diepgang in de gesprekken wordt er ook voorzichtigheid ingebouwd. Het spreken over moeilijke thema’s en problemen vraagt dat deze bevattelijk blijven voor de betrokken persoon en bij groepsgesprekken ook voor de andere deelnemers.
Zinvol
Een laatste principe is de vrijheid van beide partijen om al dan niet te starten of verder te gaan met een begeleiding. Voor beiden moet het traject zinvol zijn. Zinvol voor de persoon zelf is niet steeds zinvol voor de hulpverlener en omgekeerd! Dit wordt steeds gerespecteerd. Wanneer een traject niet (verder) zinvol wordt geacht of indien de persoonlijke integriteit van de collega niet gegarandeerd is, kan Psychotherapie-BRUG na grondige bespreking beslissen om niet te starten, te stoppen en/of te verwijzen. Er is steeds engagement om te zoeken naar een zinvol alternatief.